Voorkom ritnaaldenschade met Mijn Kniptormonitor

De kniptor zet in mei, juni en juli haar eitjes af. Het is dus de hoogste tijd om te starten met het monitoren van kniptorren.

Ritnaalden, de larve van de kniptor, kunnen in met name aardappelen veel schade veroorzaken. In het kader van geïntegreerde teelt kun je ritnaalden beheersen door te voorkomen dat de eitjes worden afgezet. Met een feromoon worden de mannetjes gelokt en opgevangen in een val. Door de val wekelijks te legen en tellingen uit te voeren kan het beste moment voor een bespuiting worden bepaald. Hiermee voorkom je dat het vrouwtje haar eitjes afzet.

Schade

Bij bieten, koolsoorten en maïs zien we vaak dat schade voorkomt in de vorm van plantwegval. Verder zien we in de aardappelen dat schade kan ontstaan in de vorm van gangetjes en gaatjes. Hoe later de aardappels worden gerooid, hoe groter het aandeel aan beschadigde knollen. Als er niet op tijd wordt ingegrepen kan dit betekenen dat de partij afgekeurd wordt.

In de val lokken

In Nederland zijn er twee soorten die verantwoordelijk zijn voor het grootste gedeelte van de schadebeelden: Agriotes lineatus en Agriotes obscurus. In het kniptormonitoringspakket van CZAV zijn daarom deze twee soorten feromonen opgenomen. Zodra er een piek van een van deze twee soorten is vastgesteld adviseren we om te spuiten. Dit kan met bijvoorbeeld 0,25 l/ha Decis.

Bouwplan

Naast een reguliere bespuiting kan er ook schade worden voorkomen door aanpassingen in het bouwplan. Bouwplannen met graszaad, grasland, en granen zijn erg gevoelig voor ritnaaldschade. De kniptor heeft namelijk de voorkeur om haar eitjes af te zetten in deze gewassen. Gewassen als vlas, mosterd, rogge en verschillende vlinderbloemigen zijn minder gevoelig voor schade. Heb je schadegevoelige gewassen in het bouwplan, zorg dan dat deze in ieder geval niet geteeld worden na grasland.

Bekijk de Mijn kniptormonitor pagina voor meer informatie.