Ritnaalden kunnen in veel gewassen en met name in aardappelen schade veroorzaken. De ritnaald is de larve van een kniptor. De ritnaald zet haar eitjes afzet in granen en grassen in de maanden mei, juni en juli. In Nederland zijn twee soorten actief: Agriotes lineatus en Agriotes obscurus. Na de eiafzetting in mei, juni en juli kan de larve zo’n 3 tot 4 jaar in de bodem overleven en schade aanrichten.
In het kader van geïntegreerde teelt kun je ritnaalden beheersen door te voorkomen dat de kniptor zijn eitjes afzet. Dit kan door op het juiste tijdstip een bespuiting uit te voeren. Met een feromoon worden mannetjes gelokt en opgevangen in een val. Door de val wekelijks te legen en tellingen uit te voeren kan het beste moment voor een bespuiting bepaald worden.