Ziektedruk
De druk van valse meeldauw is hoog in plantuien, maar valt in zaaiuien nog mee. Phytopthora lijkt tot nu toe dit jaar nog mee te vallen en Cercospora wordt ook nog weinig gevonden. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van verschillende BOS-systemen. Door de grote phytopthora-problematiek van de afgelopen jaren wordt er steeds meer gebruik gemaakt van een BOS-systeem. De afgelopen weken heeft het BOS-systeem meerdere keren aangegeven dat het zeer gevaarlijke omstandigheden waren voor phytopthora. Toch wordt er dit jaar, ook in biopercelen, nog weinig phytopthora gevonden. Hoe kan dat nou?
Waardoor vindt een infectie plaats?
De meeste schimmels hebben vocht en/of een bepaalde RV (relatieve luchtvochtigheid) en temperatuur nodig om te kiemen op het blad. Het hangt af van het type schimmel bij welke temperatuur, RV en welke bladnatperiode dit is. Zo vinden phytopthorasporen een hele lange bladnatperiode door veel regen optimaal, maar hebben valse meeldauw sporen liever een periode met een zeer hoge luchtvochtigheid en geen zeiknat blad. Kijkend naar echte meeldauw dan is een gewas wat nat is door dauw gevoelig voor het kiemen van sporen. Verspreiding van sporen vindt juist weer plaats onder droge en schrale omstandigheden.
Wat is de groeisnelheid van het gewas?
Fungiciden werken preventief door het gewas te bedekken waardoor sporen niet kunnen kiemen en het gewas aantasten. Zeker in een snelle groeifase kunnen schimmels snel toeslaan omdat het dan soms lastig is om het gewas goed op tijd te beschermen. In diverse BOS-systemen wordt de groeisnelheid vaak berekend aan de hand van modellen en plantdatum. De groeisnelheid is nooit helemaal perfect te voorspellen aangezien dit van zoveel factoren afhankelijk is. Indien er de mogelijkheid is om dit handmatig bij te stellen, is het zeker raadzaam om dit te doen.
Infectiedruk
De infectiedruk, ofwel aanwezigheid van sporen, is een hele belangrijke factor welke moeilijk te bepalen is. Bij plantuien en aardappelen kunnen schimmels al in het plantmateriaal zitten, bij zaaigewassen is dit niet het geval. Kijken we naar phytopthora-sporen dan kunnen ze zich over grote afstanden met de wind verspreiden en kunnen het zeer snel grote aantallen zijn. Helaas weten en meten we dit nog onvoldoende of zijn we hier nog niet transparant genoeg over. In het geval van valse meeldauw zien we de aantasting pas 3 weken na de infectie, dus eigenlijk te laat. Met het oog op de toekomst zullen we dus ook technieken moeten ontwikkelen en gebruiken die eerder infecties kunnen waarnemen.
Als we de BOS-systemen verder willen optimaliseren, zullen we een beter beeld van de ziektedruk moeten hebben. Zeker met het kleiner wordende middelen pakket is het belangrijker om een beter beeld te hebben van de ziektedruk. Wanneer de infectiedruk laag is kan een ruimer interval worden gekozen en wanneer de druk hoog is in de omgeving een korter interval. Probeer daarom open te zijn over de ziektedruk in uw percelen, want we hebben elkaar nodig om een betere aanpak richting de toekomst te ontwikkelen.