Vanggewasverplichting uitgesteld op zand- en lössgrond

Op 30 september werd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om de uiterste inzaaidatum van vanggewassen na maïs op zand- en lössgrond op te schuiven. De initiale datum was 1 oktober, maar deze is opgeschoven naar 31 oktober. Wel geldt de voorwaarde dat het vanggewas binnen drie etmalen na de maïsoogst wordt ingezaaid.

Eenmalig uitstel

Vanwege het natte en koude voorjaar kwamen er verschillende signalen bij de Kamer terecht om de verplichting uit te stellen. Voor vele telers was het niet mogelijk om voor 1 oktober maïs te oogsten aangezien er weinig beschikbare arbeidscapaciteit bij de loonwerkbedrijven is op dit moment. Het uitstel is eenmalig en voor komend seizoen moeten de vanggewassen weer tijdig zijn ingezaaid.

Mengsel van vanggewassen

Ook wijst Schouten op feit dat telers een mengsel van verschillende gewassen als vanggewas kunnen telen. Daarvoor geldt dat het mengsel voor minimaal twee derde uit een of meer vanggewassen bestaat die zijn toegestaan op basis van de Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen. Een andere mogelijkheid is om op 31 oktober spelt, triticale, winterrogge, wintergerst of wintertarwe in te zaaien, die in het volgende jaar als hoofdteelt blijft staan.

Scheuren van grasland

Verder wordt gekeken naar extra maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, ter compensatie voor dit jaar. De minister van LNV kondigt aan de korting op de stikstofgebruiksnorm voor maïs, die wordt toegepast na het scheuren van grasland op zand- en lössgronden, verder verhogen. Na het scheuren van grasland komt een grote hoeveelheid stikstof vrij uit de verterende graszode, waardoor met veel minder stikstofbemesting kan worden gewerkt zonder tot opbrengstenderving te leiden