Emelten

Emelten 

Op diverse percelen wordt vooral in bieten plantwegval door emelten gevonden. Emelten zijn grauwe grijs-bruine larven van 1-4 cm lang. Het schadebeeld is kartelvormige happen aan de bladeren en planten die volledig wegvallen. Vooral bij vochtig weer en ’s nachts zijn ze ook bovengronds waarneembaar. Overdag zitten ze in hun ondergrondse holletjes. 

Langpootmuggen

Langpootmuggen worden de afgelopen weken massaal parend gevonden op grasvelden. De meeste belangrijke plaagsoorten in Nederland zijn Tipula paludosa en Tipula oleracea. Langpootmuggen zetten vooral hun eitjes af in grasland omdat er hier in de bovenste laag veel blijvend voedsel is. Vooral op geploegd bouwland is dit niet zo, aangezien de bovenste laag vaak in afwezigheid is van plantendelen. Daarnaast droogt geploegd land meer uit, wat nadelig is voor het eistadium en het eerste larvale stadium. De larven van de langpootmug worden ook wel emelten genoemd en zijn polyfaag. Dat wil zeggen dat ze een groot aantal plantensoorten kunnen aantasten, maar ze hebben wel een voorkeur voor vlinderbloemigen en grassen. Het monitoren van emelten is lastig, omdat ze niet gelijkmatig over het perceel voorkomen. De aanwezigheid van emelten valt meestal pas op wanneer er schade zichtbaar is.  

Soorten emelten 

De langpootmuggen van T.oleracea vliegen vooral in april en mei met een tweede generatie in september. De langpootmuggen van T.paludosa vliegen vooral rond september. De langpootmuggen die afgelopen weken massaal op grasland parend worden gevonden zijn dus T.oleracea.  

Levenscyclus

T.paludosa heeft één generatie per jaar en de adulten (langpootmuggen) zijn half augustus tot begin oktober te zien. In deze periode worden ook de eieren afgezet. Het larvale stadium duurt tot juli in het volgende jaar, waarna ze verpoppen en in augustus weer als adulten (langpootmuggen) de grond uit komen.  

T.oleracea is in april-mei te zien en de eieren worden afgezet in mei. Het larvale stadium duurt tot eind juli, waarna ze verpoppen en in de eerste weken van augustus weer als adult de grond uit komen en de 2de generatie vormen. De 2de generatie loopt als larve van september tot in april het volgende voorjaar, waarna ze rond mei verpoppen.  

 

ICM-aanpak

Langpootmuggen zetten hun eitjes af in graszaad, grasland, granen en grasachtige groenbemesters. De jonge larven zijn gevoelig voor droogte rond de ei-afzet (half augustus-begin oktober). Een lichte grondbewerking in het najaar om de eitjes en larven uit te laten drogen helpt dus. De indruk is ook dat NKG-percelen meer last hebben van emelten. In het voorjaar zijn de larven groter en minder gevoelig voor maatregelen. Begin mei verpoppen de larven en brengt de emelt geen schade meer aan. Laat zaaien waar mogelijk is, is dus ook een optie om de schade te beperken.