Plaaginsecten in suikerbieten herkennen

Vanaf teeltseizoen 2019 wordt pillenzaad met neonicotinoïden niet meer gebruikt, waardoor de kans op schade door insecten naar verwachting groter wordt. Pillenzaad met Force kan als alternatief dienen, maar de werking hiervan is minder breed. Om schade van plaaginsecten te beperken, is het belangrijk om zowel de insecten als het schadebeeld te herkennen.

Door de afschaffing van neonicotinoïden kunnen deze vier insecten meer schade toebrengen:

  1. Groene perzikbladluis
  2. Zwarte bonenluis
  3. Bietenvlieg (eieren)
  4. Bietenkever

Groene perzikbladluis

De groene perzikbladluis en de sjalottenluis kunnen het vergelingsvirus overbrengen. De planten worden pleksgewijs aangetast (geelverkleuring van de bladeren).

Zwarte bonenluis

De zwarte bonenluis veroorzaakt zuigschade aan suikerbieten. Hierbij gaan bladeren (vooral hartbladeren) kroezen en krullen. Kwijnende planten ontstaan als gevolg van sterke zuigschade.

Bietenvlieg

Bietenvliegen zetten hun eieren in groepjes af op bietenplanten. De larven die uit de eieren komen, maken mineergangen in de bietenbladeren. Hierdoor ontstaan lichtgroene schadeplekken, die na verloop van tijd dor worden door verdroging.

Bietenkever

Het bietenkevertje komt vooral op klei- en lössgronden voor. De kevers vreten boorgaatjes in de wortel van het kiemende bietenplantje. Wanneer de temperatuur boven de 15°C uitkomt, veroorzaken bietenkevers ook bladschade door vraat.

In de flyer “geleide bestrijding plaaginsecten” zetten we de schadedrempels van plaaginsecten in suikerbieten op een rij. Daarnaast geven we per plaaginsect aan welke insecticide het meest geschikt is, welke werkzame stof deze bevat, wat de dosering ervan is en wat de neveneffecten zijn.

Klik hier om de ICM in bieten flyer te bekijken.