Phytophthora: herkennen, beheersen en voorkomen

Phytophthora betekent letterlijk plantenvernietiger. Het is wel duidelijk hoeveel schade phytophthora kan aanrichten. In de jaren ‘40 verhongerden namelijk vele Ieren door deze ziekte. De plantenvernietiger hield ook flink huis op aardappelakkers in de rest van Europa. Tegenwoordig hebben we goede beheersingsmethodes om phytophthora tegen te gaan, maar het is en blijft nog steeds een van de belangrijkste aardappelziektes.

Maar wat is het nu eigenlijk? Phytophthora is lid van de oomyceten, Dit zijn waterschimmels die groeien als schimmel, maar niet gerelateerd zijn aan schimmels. Phytophthora is het meest verwant aan diatomeeën en bruine algen. Er zijn wereldwijd meer dan honderd soort phytophthora en er worden steeds weer nieuwe varianten ontdekt.

Wat zijn de symptomen van phytophthora?

Phytophthora kenmerkt zich door een necrotische bruine plek op het blad omringd door een vale, groene ring. Plekken op het blad zijn over het algemeen donker en onregelmatig van vorm en breiden zich uit naarmate de ziekte zich verder ontwikkeld. Aan de bovenkant van het blad ziet phytophthora eruit als een necrotische donkere plek en aan de onderkant als een witachtige schimmelpluis, wat lijkt op fijn katoen aan de rand van de necrotische vlekken. Op de stengel zijn de vlekken vaak gestrekt, grijsbruin tot zwart van kleur, en kunnen ze heel de stengel omcirkelen. Deze vlekken worden meestal gevonden op bladoksels en de apex van de stengel.

Hoe komt phytophtora in mijn gewas terecht?

Phytophthora kan op verschillende manieren in uw gewas terechtkomen. Phytophthora overwintert in wortels en besmette knollen in de bodem in verschillende stadia. In de vorm van oösporen (geslachtelijke overwinteringssporen), sporangia (speciale structuren die rechtstreeks kunnen ontkiemen of zwemsporen produceren), chlamydosporen (dikwandige myceliumcellen die bestand zijn tegen uitdroging) of mycelium. Via de zwemsporen kan de infectie zich uitbreiden tussen planten: vanaf de wortel naar de plantvoet. Oösporen (de overlevingssporen) kunnen tot wel drie jaar in kleigrond en vier jaar in zandgrond overleven. Phytophthora verspreidt zich via regen en wind, zodat de ziekteverwekker vanaf de geïnfecteerde planten weer in de bodem en plant terechtkomt. Verspreiding in de bodem gebeurt via water, waarin de zwemsporen zich gemakkelijk voortbewegen.

Onder welke omstandigheden komt phytophthora tot ontwikkeling?

Voor de kieming van de sporen is het belangrijk dat de luchtvochtigheid twee dagen achter elkaar zeer hoog is > 90%. De temperatuur dient daarnaast boven de 10°C te zijn. De afgelopen jaren was er daarom door de droogte weinig schade van phytophthora. Houd er echter wel rekening mee dat de luchtvochtigheid, vooral wanneer de aardappelen flink loof hebben ontwikkeld veel hoger is in het gewas dan de gemeten waardes boven het gewas. Voor phytophthora is het voornamelijk belangrijk om wanneer de grenswaarden (temperatuur en luchtvochtigheid) overschreden worden snel te handelen om besmetting van uw gewas te voorkomen.

Wat kunt u tegen phytophthora doen?

Het uitgangspunt voor de beheersingsstrategie van phytophthora is het stapelen van zoveel mogelijk preventieve maatregelen, aangevuld met curatieve maatregelen indien noodzakelijk. Denk hierbij aan de beheersing van phytophthora in vroege bronnen zoals pootgoed, opslag, en afvalhopen. Er zijn ook diverse middelen beschikbaar om phytophthora onder de duim te houden. Raadpleeg uw adviseur voor het geschikte toepassingsmoment en welke middelen in welke concentratie u kunt gebruiken. Er zijn namelijk ook phytophthora varianten die resistent zijn tegen bepaalde middelen. Het is daarom goed om te weten welke varianten in uw regio spelen voor de keuzebepaling van het juiste middel. We willen dit beter in kaart brengen. Uw adviseur kan u helpen bij het opsturen van bladmonsters om te bepalen welke variant het is. Zo kunnen we op Europees niveau zien welke varianten er zijn en hoe het zit met bepaalde resistenties.  

Wat brengt de toekomst?

Een goede ICM-aanpak begint met de keuze van het geschikte ras. Er zijn al diverse rassen op de markt die resistent zijn tegen phytophthora. Phytophthora-resistentie is echter een van de criteria waaraan een aardappel moet voldoen (bakkwaliteit, kleur, bewaarbaarheid, opbrengst, etc.) dus daarom gebruiken we nog niet massaal phytophthora-resistente rassen. Er wordt echter volop onderzoek gedaan naar betere rassen en ook ingezet op de teelt van aardappelen vanuit zaad. Dus hopelijk krijgen we in de toekomst meer opties om phytophthora goed te kunnen beheersen.