Naar een professionele coöperatie

Op speciaal verzoek van CZAV, duiken oud-algemeen directeur Bram Bierens en oud-financieel directeur Jan de Schipper in het verleden en diepen daaruit weetjes en persoonlijke herinneringen op over de geschiedenis van CZAV. Op basis daarvan maken we een reis door de afgelopen 90 jaar, van de oprichting van CZAV tot vandaag. En af en toe werpen we een blik vooruit, op de toekomst van de landbouw en op die van CZAV in het bijzonder.

Coöperatieve groei door professionalisering van de landbouw

De regionale coöperaties, zoals die rond 1930 in heel Zuidwest-Nederland werden opgericht, werden meestal bestuurd door vooraanstaande boeren en mensen die betrokken waren bij de ontwikkeling van het platteland in landbouw- en standsorganisaties. En ook door mensen uit bijvoorbeeld het onderwijs, bankwezen en vanuit religieuze stromingen. “Zo’n vereniging”, vertelt Bram Bierens, “kende toen nog helemaal geen directeur zoals nu. Voor de coördinatie van de dagelijkse werkzaamheden werd een zaakvoerder aangesteld. Die moest van alle markten thuis zijn. Voor CZAV was dat dhr. Alink, die in 1935 in dienst trad. Hij deed nog alles zelf, van administrateur, boekhouder, voorlichter tot magazijnbediende.” Pas veel later toen coöperaties een groter marktaandeel kregen en in de landbouw schaalvergroting plaatsvond, groeiden ze mee. Er werden meer medewerkers aangenomen en de dagelijkse leiding kwam bij een directeur te liggen. In het verleden waren in de meeste dorpen nog grotere en kleinere particuliere handelaren die onder andere voer en meststoffen leverden. Vaak waren dit familiebedrijven met loyale klanten in de streek. De concurrentie tussen deze handelaren was groot. CZAV had daar behoorlijk last van. Toen de landbouw verder professionaliseerde kon ook de coöperatie verder groeien en haar marktaandeel uitbreiden. Er kwam schaalvergroting, de grenzen gingen open voor de afzet en er was een groeiende vraag naar kennis rondom producten en over teelttechniek. Binnen enkele decennia fuseerden zo’n 15 lokale coöperaties tot één CZAV.

Kunstmest, granen en... tankstations

Jan de Schipper weet uit documentatie en verhalen dat voor de oorlog en ook in de periode daarna, kunstmest een van de belangrijkste handelsproducten was van CZAV. Daarna ging ze zich ook bezighouden met het collecteren van granen in haar werkgebied. Deze activiteit kon groeien, mede door de bouw van de grote graansilo’s zoals die op de vestiging in Wemeldinge begin jaren vijftig. “Consumptieaardappelen speelden ook een rol”, zegt Jan. “Tot 1971 verzorgde CZAV de administratie van de telersvereniging Zuid-Beveland. Toen bestonden er voor de aardappelteelt meerdere coöperatieve telers verenigingen (CTV). In Zeeland en West-Brabant zijn die gefuseerd in Aardappel BV. In Zuid-Holland gingen die in 1963 samen onder de naam Nedato. Bijna 25 jaar later werd Aardappel BV onderdeel van Nedato. CZAV heeft sinds 1994 een deelneming in Nedato om haar positie en daarmee die van de bij CZAV aangesloten telers, in deze tak te versterken.” Met brandstoffen sloeg CZAV ook een flinke slag. Jan: “Kolen werden op een gegeven moment vervangen door olie. CZAV investeerde in 1969 in een opslag daarvoor, wat verdere groei mogelijk maakte.” In 1974, al ver voor de fusie van CZAV met Cebeco Zuidwest, ging CZAV een samenwerking aan met brandstoffabrikant OK. Dit werd OK Zeeland. Deze lijn leverde onder andere bulkleveringen diesel op het boerenerf en startte in de jaren vijftig met bemande tankstations. Later gingen deze over in onbemande tankstations in de formule AgriSneltank. Op dit moment heeft CZAV met AgriSneltank al ruim 22 tankstations. Sinds 2016 loopt de nieuwe pilot met elektrische laadpalen, AgriSnellaad. Dit is een experiment om de potentie van dit segment te verkennen.        

Leden van het eerste uur

Leden van de regionale coöperaties van het eerste uur waren dapper. Ze werden destijds lid met een onbeperkte aansprakelijkheid. Dat gold ook voor de eerste leden van CZAV. Wilde de coöperatie groeien en investeren dan moest er geld geleend worden bij de bank. En die eiste volledige financiële aansprakelijkheid van de achterban. Leden liepen daarmee wel risico. Boeren hadden dus een groot vertrouwen in de samenwerking. In de jaren 70 werden de eisen op het gebied van individuele aansprakelijkheid versoepeld en kon men lid worden met een beperkte aansprakelijkheid. Tegenwoordig zijn leden helemaal vrijgesteld van aansprakelijkheid. CZAV heeft nu een dermate financieel solide dat ze het risico bij financiering van investeringen zelf op zich kan nemen.

Nieuwe verbindingen

Wil je je als teler kunnen handhaven in de moderne landbouw, dan is samenwerken noodzakelijk, denkt Bram. Anno 2019 ligt in de moderne landbouw de nadruk op kennis, innovatie en duurzaamheid. Er ontstaan daardoor allerlei nieuwe samenwerkingsverbanden binnen de sector. Niet voor niets is CZAV gaan samenwerken met bijvoorbeeld CAF (Centrale Adviesdienst Fruitteelt) en heeft ze zich aangesloten bij inkoop en kennisorganisatie CropSolutions. Op die manier kan CZAV makkelijker de groeiende hoeveelheid kennis verzamelen en ontsluiten voor de telers. En gezamenlijk inkopen bij fabrikanten en toeleveranciers levert financieel voordeel op, waar de boer weer van profiteert. Met de oprichting van de Branche Organisatie Akkerbouw wordt sector breed aandacht gevraagd voor de kwaliteit van grond, water en lucht. En ook buiten de sector worden nieuwe verbindingen aangegaan. Nu, met de focus op circulaire landbouw wordt steeds vaker samengewerkt met bijvoorbeeld consumentenverenigingen, waterschappen en natuur en milieuorganisaties. Bram vindt het belangrijk dat er aan die samenwerkingen gedegen onderzoek en dus kennis ten grondslag ligt. Dat voorkomt dat er langs elkaar heen gepraat wordt en dat daar onlogische beslissingen of afspraken uit voort komen.