Hoe zit het bodemvoedselweb in elkaar?

Op onze akkers komen allerlei organismen, zoals regenwormen, springstaarten, schimmels en bacteriën voor. Deze organismen vormen samen het bodemvoedselweb. De bodem kan gezien worden als een complex levend systeem, waar het ‘eten en gegeten’ worden is, vandaar de naam ‘bodemvoedselweb’. Bacteriën en schimmels zijn weliswaar de kleinsten onder de bodembewoners, maar ze zijn wel met heel veel. Hoeveelheden variëren van enkele duizenden kg per ha. Alle regenwormen samen wegen ongeveer 1000 kg per ha. Bij de overige groepen gaat het om slechts tientallen tot honderden kg per ha.

De werking

De werking van het bodemvoedselweb bepaalt voor een groot deel de vruchtbaarheid van onze bodem. Het ondergrondse voedselweb zorgt voornamelijk voor gebruik en verwerking van organische stof afkomstig van het bovengrondse ecosysteem. Bladresten, wortels en stoppels worden in stappen afgebroken en dienen als voedsel voor het bodemleven, wat het weer omzet in voedingsstoffen voor de plant. Regenwormen, miljoenpoten en pissebedden verkruimelen het grove materiaal en verdelen het naar diepere bodemlagen. Met behulp van enzymen breken bacteriën en schimmels dit verder af tot voedingsstoffen voor planten. Mijten en springstaarten grazen vooral op schimmels.

Rol van het bodemvoedselweb

Naast het omzetten van organisch materiaal naar nutriënten voor de plant, heeft het bodemleven nog een tal van andere nuttige functies. Er is bijvoorbeeld een samenwerking tussen onze gewassen en het bodemleven. Zo’n 30% van de koolstof die planten vastleggen wordt weer afgegeven aan de bodem via de wortels, de zogeheten exudaten. Hiermee voeden bacteriën en schimmels zich weer, die op hun beurt weer worden opgegeten door nematoden en protozoa. In ruil voor exudaten leveren bacteriën en schimmels bepaalde diensten. Ze maken bijvoorbeeld nutriënten beter beschikbaar voor de planten, waaronder fosfaat. Daarnaast zorgen ze door middel van symbiose (wortelknolletjes vlinderbloemigen) voor stikstofvastlegging.

Langdurig samenleven

Meer dan 80% van de planten gaan een symbiose aan met schimmels, bijvoorbeeld mycorrhiza schimmels. Mycorrhiza schimmels zorgen ervoor dat nutriënten beter beschikbaar komen voor de plant en helpen door het vergroten van het oppervlak voor een betere watervoorziening. Bacteriën kunnen ook een slijmlaagje vormen om de wortels, dit beschermt de plant tegen droogte. Mycorrhiza schimmels beschermen de plant ook tegen slechte schimmels die de plant aantasten. Bacteriën kunnen door middel van antibioticaziektes ook actief bestrijden.

Ondergrondse communicatie

Via de schimmeldraden kan er ondergronds ook worden gecommuniceerd tussen de planten, om andere planten te waarschuwen voor vijanden als luizen en hiervoor stoffen aan te maken die de plant minder aantrekkelijk maakt, of natuurlijke vijanden lokt. Met hun schimmeldraden zorgen de schimmels ook voor een goede structuur van de bodem. Schimmels geven een het stofje glomaline af, een soort lijmstof dat bodemdeeltjes met elkaar verbindt.

Onmisbare regenworm

Ook regenwormen dragen bij aan een goede structuur. Een regenworm eet bijvoorbeeld dagelijks zijn gewicht aan grond. Per jaar zetten alle regenwormen per ha wel een ton grond om. Fosfaten in wormenpoep zijn vervolgens weer beter opneembaar dan de grond die ze hebben opgegeten. Pendelaars zorgen met hun verticale gangen voor goede drainage en luchtvoorziening van de bodem. Daarnaast scheiden ze stofjes uit waardoor gronddeeltjes aan elkaar gekit worden, evenals bacteriën en schimmels dit doen, en hiermee de structuur verbeteren.

Bodemvoedselweb verbeteren?

Erg belangrijk voor het bodemleven is de structuur van de grond, zodat de bodem genoeg zuurstof krijgen. Om de bodem optimaal te houden, is het zaak de grond zo min mogelijk en op het juiste moment te bewerken. Bovendien is het gebruik van zware machines af te raden. Schimmels vormen lange schimmeldraden (hyfen) die door ploegen en andere grondbewerkingen steeds kapot worden gemaakt. Pendelaars hebben hier ook last van. De grond zo min mogelijk bewerken is dus in hun voordeel. Myccorhiza schimmels zijn daarnaast gevoelig voor hoge stikstofbemesting, dus denk hier ook over na bij uw mestgift. Daarnaast is het belangrijk om het bodemleven continu te voeden met organische stof (compost of dierlijke mest) en de akker zo lang mogelijk groen te laten (exudaten van planten). Het verbeteren van de bodem is maatwerk waar we namens de CZAV graag met u meedenken.