Goed voorbereid op de maïsoogst

Het groeiseizoen van maïs is volop in gang. Voor de ruwvoerteelt is snijmaïs een belangrijk gewas naast de grasteelt. Het begint allemaal bij een geschikt maïsras kiezen, maar er zijn meerdere factoren die invloed hebben op de voederwaarde en opbrengst. Om tot een optimale opbrengst te komen, is het cruciaal om het juiste oogstmoment te bepalen.

Oogstrijpe maïs

Wanneer spreken we van een ideaal oogstmoment? Om dat te beoordelen is het belangrijk om zowel op de kolf als de korrels te letten. Ga het perceel in met je adviseur en neem een zakmes om korrels uit de kolf te halen. Daaraan kun je zien hoever de korrels al zijn afgerijpt. Een donkergele korrel is een van de signalen dat de maïs oogstrijp wordt. Een ander teken is dat de korrel moeilijk in te drukken is met de nagel. Vanaf dit stadium is het goed om de maïsplant nauwlettend in de gaten te houden. Het afsterven van kan ontzettend hard gaan en gaat gepaard met (smaak)verlies. 

Hakselmoment

Als de tijd rijp is om de maïs te gaan hakselen, zijn er een aantal aandachtspunten waar rekening mee gehouden moet worden. Tijdens het hakselen is het van belang dat de korrels goed gekneusd worden. In de praktijk zien we dat er vaak nog hele korrels terugkomen in de mest. De afstelling van de korrelkneuzer speelt daar een belangrijk rol in.

Wat is de richtlijn?

Voor een combinatie van optimale conservering, smakelijkheid en voederwaarde is een drogestofgehalte van 35 procent een richtlijn. Drogere maïs geeft meer zetmeelopbrengst maar mindere verteerbaarheid en hogere kans op broei. Het ideale drogestofpercentage is uiteindelijk afhankelijk van de doeleinden en omstandigheden op het bedrijf.

Meer weten? Bekijk de maïspagina hier.